Jij bent… een talent?

Auteur: Marike Schoneveld-Vliek

‘Ik ben nergens echt goed in.’ ‘Ik krijg helemaal geen energie van mijn werk.’ ‘Ik wil graag iets betekenen in deze wereld, maar wat?’ Er zijn mensen die weten het al heel jong, ‘ik word dokter’ of ‘ik wil moeder worden van een groot gezin’. En ze realiseren het ook nog! Maar de meeste mensen hebben niet zo’n duidelijk doel voor ogen. En wat dan… wanhopig op zoek of je erbij neerleggen dat je geen bijzonder talent bezit? Geen van beiden, zou ik zeggen. Wat dan wel? Daar gaat dit artikel over. Om te beginnen kijken we naar het begrip ‘talent’. Wat is dat eigenlijk precies en heeft iedereen wel een talent? Daarna ontdekken we wat ‘roeping’ inhoudt en welke verantwoordelijkheden dat met zich meebrengt. Ik sluit af met enkele praktische tips.

Terug naar de bron
Ieder mens heeft bronnen in zich, die je ook talenten of gaven kunt noemen. In de Bijbel vind je terug dat God je deze gaven bij je geboorte meegeeft (psalm 139:15-16). Anselm Grun stelt dat we vaak het contact met deze van God gekregen innerlijke bronnen zijn verloren; we worden moe en futloos. Waar je goed in bent, waar je energie van krijgt, dat zijn meestal ook de dingen waar we plezier aan beleven. Als kind doen we deze dingen heel natuurlijk. Vaak raken we deze dingen als we volwassen worden uit het oog of we worden belemmerd door opvattingen die we met onze opvoeding meekrijgen van onze ouders of onze omgeving. In zijn boek De Creatiespiraal benoemt Knoope dat je een appelboom niet kunt leren een kers te laten groeien. Toch proberen wij vaak iets te laten groeien wat we niet in ons hebben. Het resultaat laat zich raden!
Het grappige is dat de appelboom zijn appels niet zo bijzonder vindt. De appelboom kent niets anders dan appels, daar is toch niets unieks aan? Dat is juist het geheim: als de appelboom iets goed kan, is het appels laten groeien! De kersenboom zal naar de appel kijken en denken: oef, dat kan ik nooit. Het geheim ligt daarin. Het gaat niet om iets bijzonders; het gaat om iets waar je GOED in bent. En dan kan het zomaar heel bijzonder worden.

Roeping
Vaak koppelen we deze vragen aan het doel van ons leven, onze roeping. Hoewel ‘roeping’ associaties oproept met dokter of dominee worden, feitelijk betekent het ‘geroepen worden’. Richard Bolles vertelt ons dat dit verwijst naar God die ons roept; het impliceert dat Iemand onze bestemming bepaalde. Mensen die dit heel serieus nemen, wachten op een aanwijzing van God welk beroep of welke baan ze moeten kiezen. Soms geeft God ook zo’n duidelijke aanwijzing, maar de allerbelangrijkste aanwijzing heeft God in onszelf gelegd. God geeft je kracht voor datgene waarvoor hij je bestemd heeft. Het andere uiterste zie ik ook: mensen die vanuit verantwoordelijkheidsgevoel hun energie besteden aan zaken waarvoor ze niet van nature de talenten in huis hebben.
Als ik ze daarop aanspreek, zeggen ze, ja maar iemand moet dit toch doen. Dit is een vals verantwoordelijkheidsgevoel. Paul Donders geeft in zijn boek over leiderschap een mooi voorbeeld uit de Bijbel: Mozes had een verantwoordelijke taak, het volk Israel leiden. Op een zeker moment raakt hij uitgeput. Zijn schoonvader geeft hem het advies om andere mannen in te schakelen voor het oplossen van conflicten in de gemeenschap, zodat hij minder belast wordt (Exodus 18). Hij vertelt Mozes ook dat niet alleen hij, maar ook het volk op deze manier vastloopt. Mozes denkt dus dat hij de verantwoordelijkheid moet nemen, maar hij doet daarmee zichzelf en het volk tekort. Daarnaast ontneemt hij volksgenoten de kans om zich te ontwikkelen en verantwoordelijkheid op zich te nemen.

Talent: een verantwoordelijkheid
In de Bijbel (Matteüs 25: 14-28) lezen we het verhaal van de talenten. Daarmee wordt in die tijd geld bedoeld, maar we mogen daarin lezen de middelen die we van God hebben gekregen, dus ook onze talenten. De man die zijn talenten in de grond stopt, wordt door de eigenaar gestraft. Wij hebben onze kwaliteiten gekregen en wat doen we ermee? Ook als we ons enorm inzetten voor zaken waar we niet goed in zijn, zoals Mozes deed, stoppen we ons talent in de grond. De man zal wellicht heel druk zijn geweest met andere zaken, denkend dat hij daarmee kon schermen als de eigenaar van het talent terugkwam. Ondertussen zat zijn talent in de grond en daar werd hij op afgerekend. Kortom: een talent brengt ook verantwoordelijkheden met zich mee!

Ook mogen wij onszelf de vraag stellen: voor wie ontwikkelen wij onze talenten, voor wie zetten wij die in? Voor Degene van wie we ze hebben gekregen? Of voor ons eigen ego, welbevinden, en zekerheid? Dit schept de kaders voor het verantwoord benutten van onze talenten. God vraagt nooit meer van je dan Hij je heeft gegeven. Maar zet je ze in voor je eigen eer? Daar zijn onze talenten niet voor bedoeld, en de bron zal opgedroogd raken. Je zet jezelf onder druk. Kijk naar koning Saul versus koning David in de Bijbel. Saul gebruikt zijn verkregen koningschap voor zijn eigen doeleinden (macht en aanzien) en hij gaat ten onder aan de druk van zijn omgeving, waardoor hij zijn koningschap verliest (1 Samuel 15: 24-26).

Ik en de ander(en)
Wij leven in verbinding met anderen: op het werk, in het gezin, in kerk of vereniging. Hoe zit dat dan met onze talenten? Is ons talent wat de ander nodig heeft? Wij zijn geschapen naar Gods evenbeeld (Genesis 1:26). Toch zijn we allemaal verschillend. God heeft al zijn unieke eigenschappen in ons gelegd, en we mogen erop vertrouwen dat God in de hele mensheid een zodanige verdeling van zijn talenten heeft gegeven dat we elkaar aan mogen vullen, zodat we in gezamenlijkheid Gods evenbeeld mogen weerspiegelen. Paulus gebruikt in dit verband het beeld van het lichaam voor de christelijke gemeente (1 Korintiërs 12: 12-27). Elk lichaamsdeel heeft het andere lichaamsdeel nodig om als geheel te kunnen functioneren. Maar dat geldt net zo goed in een organisatie, in het voetbalteam, in de buurt en in het gezin.

Talent onbekend
Nu ben je aan het einde van dit artikel gekomen, en je weet nog steeds niet wat jouw talent is. Wat te doen? In het kader vind je een paar concrete stappen. Gooi vooral niet ineen keer je leven om. Ga rustig op onderzoek uit! Bedenk dat de taak van vandaag je voorbereid op de taak van morgen, ook al is de taak van vandaag nog niet waar je wezen wilt. Twee belangrijke leiders uit de Bijbel, Mozes en David, waren schaapherder voordat ze de belangrijke taak kregen het volk Israel te leiden. Waarschijnlijk werden zij tijdens het schapen hoeden al voorbereid op het leiderschap, hoewel ze zich daar niet bewust van waren. En ook wanneer we ons talent ontdekt hebben, zullen we ons ontwikkelen en in ons leven steeds een andere rol vervullen, die past bij onze ontwikkeling.

Soms zijn er blokkades die eerst opgeheven moeten worden; dingen die in de weg staan om tot jouw doel te komen. Bijvoorbeeld een laag zelfbeeld, moeite met hiërarchie, angst om zichtbaar te zijn. Soms gaat dit heel diep, terug naar je kindertijd of naar traumatische ervaringen. Bij het verkennen van je talenten kan een coach behulpzaam zijn. Zijn er te ingewikkelde blokkades, zoek daar dan professionele psychologische begeleiding bij. Dat is geen zwakheid, maar een kans!

Wat kan ik doen om mijn talent te ontdekken?

    • Allereerst geloven dat ook jij talenten hebt.
    • Blijf doen wat je nu doet met vreugde; zonder een positieve houding zul je ook in het hier en nu zoals het is niet ontdekken wat jouw kernkwaliteiten zijn.
    • Houd een energiedagboek bij; waar krijg je energie van en wat rooft je energie?
    • Vraag aan anderen wat ze in jouw waarderen; soms heb je van jezelf een heel ander beeld.
    • Ga terug naar je kindertijd; wat kon je urenlang doen zonder je te vervelen? Vaak liggen daarin aanknopingspunten voor het ontdekken van je talent.
    • Wees alert op gedachten die gaan over wat anderen ervan zouden vinden of denken. Die zetten je meestal op een verkeerd spoor.
    • Kom je er niet uit? Zoek een coach of een mentor die je kan spiegelen en jeleert om je blinde vlekken te ontdekken.
    Kijk naar en praat met mensen die hun roeping hebben gevonden en laat je uitdagen en inspireren.

Auteur
Marike Schoneveld-Vliek

Geraadpleegde literatuur
Richard N. Bolles Welke kleur heeft jouw parachute? 2000 Amsterdam
Stephen R. Covey De zeven eigenschappen voor succes in je leven 2009 Amsterdam/Antwerpen
Stephen R. Covey De 8e eigenschap 2005 Business Contact
Paul Ch. Donders De leider als coach 2007 Hoornaar
Anselm Grun Innerlijke kracht 2006 Kampen
Marinus Knoope De creatiespiraal 1998 Nijmegen
Stephen & Victor Steijger Zo word je een optimaal talent. 2007 Oud Beijerland

Deel dit artikel